Bugatti: van Peugeot Bébé tot Royale

In mijn jonge jaren had ik al een heftig ontzag voor het merk Bugatti. De klank van de naam van was magisch. Ik kan me nog goed herinneren dat ik tijdens een vakantie in Frankrijk ergens in de bergen, toen ik stond te tanken, een
Bugatti aan hoorde komen rijden. Het was een prachtige geel/zwarte auto en hij moest ook tanken. Heel voorzichtig vroeg ik in het Frans aan de bestuurder of ik de auto mocht fotograferen. Pas de probléme luidde het antwoord. Wat was ik blij met mijn foto’s! Vraag me niet welk type ik had vast gelegd. Die kennis

ontbrak me destijds. Tegenwoordig weet ik iets meer van de auto’s. De eerste succesvolle auto die Bugatti ontwierp is de kleine Peugeot Bébé. Toen ik tijdens een bezoek aan het Louwman museum de heer Louwman zelf sprak liet hij me vol enthousiasme de kleine auto zien. Hij had hem net gekocht en hij wilde hem per sé hebben omdat dit de eerste auto was die door Ettore Bugatti zelf was ontworpen. Hoewel er 3000 van gemaakt waren was het lastig geweest om er een te vinden vertelde hij. Wat een totaal andere auto is de Bugatti Royale. Op de radiator prijkt een steigerende olifant. Daaraan herkende ik de Royale direct tijdens het Festival of Speed in 2013. De Franse cameramensen konden geen
genoeg van deze unieke auto krijgen. L’éléphant argenté qui orne avec classe l’intemrinable capot de la Royale, est un hommage posthume d’Ettore Bugatti à son jeune frère Rembrandt, grand sculpteur animalier. Cette figurine symbolise des qualités communes avec la voiture qui sont la puissance, la souplesse et la docilité. In totaal zijn er 6 van die enorme grote Royale’s door Bugatti gebouwd. Er is er echter nog eentje. Dat is een replica. Jaren geleden heb ik die auto zien staan. In Engeland. Toen ik de Donnington collectie bezocht. Tom Wheatcroft, de man achter de Donington collectie wilde ooit zo’n Royale hebben maar het lukte hem niet om er een te kopen. Toen had hij een recreation laten bouwen van de Bugatti Royale type 41. In zijn boek “Thunder in the park” vertelt hij dat er in totaal 100.000 uur aan werk en research in het project is gegaan. Waar de auto


is gebleven is onbekend. La Bugatti Royale type 41 était le véhicule personnel d’Ettore Bugatti et est reconnue de tous comme la plus prestigieuse du monde.La carrosserie est réalisée d’après un dessin exécuté par Jean Bugatti, le fils d’Ettore, à l’âge de 20 ans. Elle équipe le premier châssis définitif « Royal » qui reçoit le même numéro (41100) que le châssis prototype de 1927 détruit dans un accident. Cette voiture de 6 mètres de long possède un équilibre et une fluidité remarquables. Tous les principes esthétiques que Jean Bugatti applique par la suite aux modèles courants de la marque se trouvent déjà réunis sur cet immense coupé, dont l’harmonie des volumes, des lignes tendues et des courbes ne révèlent pas instantanément la taille hors du commun. Le tracé des ailes avant, réalisées d’une seule pièce, est en soi une trouvaille artistique unique. La dissimulation du cadre du châssis par les joues des ailes avant, l’aspect très dégagé de l’essieu tubulaire poli et les portions transparentes du pavillon du compartiment arrière sont parmi les particularités qui font considérer cette réalisation unique comme la plus belle voiture classique de tous les temps. La Royale devait être pour Ettore Bugatti le summum, le modèle qui surpasserait en puissance, en qualité et en renommée toute la production de la concurrence. Hélas, cette lourde voiture (2 900 kg) construite pour les rois ne reçut pas l’accueil escompté : six exemplaires seulement furent fabriqués. Cet échec a mis en danger l’entreprise, sauvée de justesse grâce au réemploi des moteurs dans un autorail (visible à la Cité du Train de Mulhouse) considéré comme l’ancêtre du TGV. In Mulhouse in “le musée Nationale de l’automobile” staat de Royale die ooit van Ettore zelf was. Dat museum is uniek. De Schlumpf collectie is daar te zien. De broers hadden tussen 1958 en 1975 een enorme
autocollectie op gebouwd. In totaal wel 500 stuks waarvan er heel veel van het merk Bugatti waren. Het schijnt dat ze van elke Bugatti 1 exemplaar wilden hebben. Eind jaren zeventig moet hun fabriek de deuren sluiten en ontdekt het woedende personeel dat al tijden geen salaris heeft gehad de autoverzameling. De broers waren naar Zwitserland gevlucht en probeerden de verzameling aan Tom te verkopen. Hij had zelf slechts 50 auto’s willen houden waaronder de Royale. Tom is bereid om er 3,5 miljoen Engelse Pond voor te betalen. Dat was in die tijd een aardige som geld maar de deal mislukt. Om die reden besluit Tom om een exacte kopie van de Royale te laten bouwen. In totaal heeft het project tien jaar gekost en bergen met geld. Om te beginnen had hij een set originele tekeningen nodig. Hij maakte een deal met de secretaris van de Bugatti Owners
Club. Hij mocht de tekeningen hebben in ruil voor een nieuw gebouwd clubhuis. Die deal mislukt en de secretaris overleed plotseling. De opvolger wilde geen deal maar geld en dat bedrag werd steeds hoger. Uiteindelijk heeft Tom de tekeningen en blijken ze compleet waardeloos te zijn omdat het kopieën van kopieën zijn en ook nog eens zestig jaar oud. Toen bezocht hij Retromobile in Parijs waar zijn oog viel op een perfect schaalmodel van het chassis en de motor
met de versnellingsbak van de Royale. De maker was een Pool die net genoeg Engels sprak om elkaar te kunnen begrijpen. Het model was heel precies gemaakt en Tom vroeg hoe hij dat had gedaan. Het bleek dat de man van de familie Bugatti een paar tekeningen had gekregen. Als Tom het model kocht zou hij de tekeningen er bij krijgen. Hij moest in dat geval alleen de extra
portokosten betalen. Vervolgens begon de research. Ieder boek dat er te vinden was werd gelezen en alle eigenaren van de bestaande auto’s werd heel beleefd gevraagd of ze langs mochten komen om de auto en de onderdelen op te meten en te kopieren. De Amerikaan General Lyons was extreem behulpzaam maar Tom heeft de man zelf nooit ontmoet of zelfs maar gesproken. Uiteindelijk verkocht hij zijn Royale aan de Volkswagen groep. Na alle moeite en geld en tijd die Tom in de Royale heeft gestopt is de auto af. Hij heeft dan 1,6 miljoen
Engelse Pond gekost. Aan het eind van een natte wintermiddag arriveert hij in Swindon om de Royale op te halen. In plaats van hem op een trailer te zetten besluit hij om de auto, die net klaar is en nauwelijks gereden heeft zelfstandig terug te rijden. De bouwer barst bijna in tranen uit terwijl Tom roept “Don’t worry I’m a careful driver!” Sindsdien heeft Tom met zijn recreation meer dan 3500 mijl gereden. In het Louwman museum staat ook een schaalmodel van het chassis met motor en bak van de Royale. Heel gaaf! Ik heb een leuke video voor je gemaakt:
https://youtu.be/VCBdcBTW3S4
Op de Facebookpagina staat een fotoalbum met een leuke fotoselectie:https://www.facebook.com/media/set/?vanity=classiccarsandlifestyle&set=a.3020370891421807


Het Louwman museum: https://www.louwmanmuseum.nl/

Oude artikelen