Panfoto's maken
Liefhebbers
van de Formule 1 kennen ze ongetwijfeld. De foto’s waarop de
supersnelle F1 bolides te zien zijn terwijl ze voorbij razen. Waarbij de
auto’s zelf haarscherp zijn en de achtergrond wazig is. Dat zijn geen
trucfoto’s en in feite
kan
iedereen zo’n foto maken wanneer je voldoende oefent. De techniek is in
feite simpel maar zoals gezegd zal je wel moeten oefenen. Je kan
trouwens op zo’n zelfde manier foto’s maken van schaatsers die voorbij
razen of wielrenners
of andere bewegende beelden. De truc is om je fotocamera met het onderwerp dat je wilt fotograferen mee te trekken en tegelijkertijd af te drukken. Met de ouderwetse analoge camera’s die je nog handmatig scherp moest stellen was het wat lastiger om dergelijke foto’s te maken dan nu met de hypermoderne camera’s met supersnelle autofocustechniek en de mogelijkheid om 3 tot 18 frames per seconde te schieten. Maar het ging wel degelijk. Je diende naar een
bepaalde plek te gaan waar het te fotograferen onderwerp langs zou komen en vast handmatig scherp te stellen op een punt midden in beeld. Je koos daar een sluitertijd bij van 1/125 of sneller en paste het diafragma aan aan de situatie ter plekke. Wanneer je de techniek van het mee trekken goed beheerste kwam je thuis met prachtige beelden. Nu is het simpeler. Bij de moderne digitale camera’s kan je het aantal beelden per seconde in stellen. Heel veel mensen zetten die snelheid op zijn snelste stand wanneer ze in een bocht staan. Als je er naast staat hoor je de camera’s te keer gaan alsof er een mitrailleur wordt afgevuurd. Wanneer ze de foto’s in RAW schieten en de geheugenkaart is te langzaam kan het mis gaan. Ik hou er niet van om op die manier te schieten omdat ik vind dat het niets met fotograferen te maken heeft. Ik wil mijn onderwerp zien en dan afdrukken. Het liefste werk ik met een snelheid van 6
frames per seconde. En ik maak ook nooit meer dan een paar opnames achter elkaar. Hier zie je een aantal leuke panfoto’s die mijn vrouw en ik gemaakt hebben op het circuit van Zandvoort. In het album op mijn Facebookpagina heb ik speciaal ook een aantal minder goed gelukte beelden gezet. Zodat je kan zien wat er mis kan gaan. https://www.facebook.com/pg/metdecameraoppad/photos/?tab=album&album_id=1917896218269715
of andere bewegende beelden. De truc is om je fotocamera met het onderwerp dat je wilt fotograferen mee te trekken en tegelijkertijd af te drukken. Met de ouderwetse analoge camera’s die je nog handmatig scherp moest stellen was het wat lastiger om dergelijke foto’s te maken dan nu met de hypermoderne camera’s met supersnelle autofocustechniek en de mogelijkheid om 3 tot 18 frames per seconde te schieten. Maar het ging wel degelijk. Je diende naar een
bepaalde plek te gaan waar het te fotograferen onderwerp langs zou komen en vast handmatig scherp te stellen op een punt midden in beeld. Je koos daar een sluitertijd bij van 1/125 of sneller en paste het diafragma aan aan de situatie ter plekke. Wanneer je de techniek van het mee trekken goed beheerste kwam je thuis met prachtige beelden. Nu is het simpeler. Bij de moderne digitale camera’s kan je het aantal beelden per seconde in stellen. Heel veel mensen zetten die snelheid op zijn snelste stand wanneer ze in een bocht staan. Als je er naast staat hoor je de camera’s te keer gaan alsof er een mitrailleur wordt afgevuurd. Wanneer ze de foto’s in RAW schieten en de geheugenkaart is te langzaam kan het mis gaan. Ik hou er niet van om op die manier te schieten omdat ik vind dat het niets met fotograferen te maken heeft. Ik wil mijn onderwerp zien en dan afdrukken. Het liefste werk ik met een snelheid van 6
frames per seconde. En ik maak ook nooit meer dan een paar opnames achter elkaar. Hier zie je een aantal leuke panfoto’s die mijn vrouw en ik gemaakt hebben op het circuit van Zandvoort. In het album op mijn Facebookpagina heb ik speciaal ook een aantal minder goed gelukte beelden gezet. Zodat je kan zien wat er mis kan gaan. https://www.facebook.com/pg/metdecameraoppad/photos/?tab=album&album_id=1917896218269715