de Ecurie Ecosse Truck
Het
Ecurie Ecosse team was vroeger heel erg bekend. Dat kwam doordat ze in 1956 en 1957 twee keer achter elkaar de 24 uur van Le Mans wisten te winnen.
In 1957 scoorden ze zelfs een 1-2 overwinning met de oude Jaguar D-types die ze
van het fabrieksteam hadden overgenomen. De auto’s waren in een hele opvallende
metallic blauwe kleur gespoten. Ik heb nog een oude Motorsport uit 1957 waarin
men jubelt over de overwinning. In 1959 werd de aparte truck aan het team
geschonken. Door de Ecurie Ecosse Association. Zeg maar de fanclub van het
Schotse team. De truck was speciaal ontworpen voor het transport van
de racers. Er was ook ruimte om de monteurs te vervoeren en er was een ruimte in de truck waar een werkplaats in was gemonteerd. Er waren geen plaatsen om te slapen aanwezig omdat teambaas David Murray van mening was dat het team beter uit kon rusten in een hotel. Jarenlang was de truck één van onze favoriete auto’s. Samen met de Ferrari 250 GTO van Nick Mason en de
Jaguar D type. Na een aantal jaren werd de truck verkocht. Jaren later werd hij eigendom van de sympathieke Engelsman Richard Skipworth. In 2001 hebben mijn vrouw en ik hem voor de eerste keer ontmoet. We logeerden in hetzelfde hotel en herkenden hem toen hij de truck in stapte. Natuurlijk kregen we toen van hem het hele verhaal te horen over de unieke vrachtwagen. Hij verzamelde
in eerste instantie Jaguars die ooit van het Ecurie Ecosse team waren geweest. Om de verzameling compleet te maken en om zijn auto’s op passende wijze te vervoeren zocht hij ook een klassieke transporter. De Jaguars waren allemaal gerestaureerd door het bedrijf Lynx Engineering. Dat is een bedrijf dat ook de
nodige “recreations”van de C en de D type gebouwd heeft. In 1992 was Dick op jacht naar de C type met kenteken KSF 182. Lynx wist waar ze de auto konden vinden en wist ook waar de truck stond. Er werd een deal gesloten. Dick kocht de truck en zou een vast bedrag betalen voor de restauratie. De overige kosten zouden door Lynx worden betaald omdat het een perfecte manier was om reclame voor hun bedrijf te maken. De truck is in basis een Commer, voorzien van een unieke motor. Het is een drie cilinder tweetakt diesel met dubbele zuigers die tegenover elkaar liggen en een compressor. Gelukkig was er bij de truck een reservemotor aanwezig. Maar de originele motor had weinig nodig. Er werd een nieuwe drukgroep gemonteerd en een nieuw druklager en een nieuwe koppelingsplaat, dat was alles. Voordat de koets klaar was was er meer werk nodig. De auto was reeds in 1978 volledig gedemonteerd. Alle onderdelen waren in emmers gegooid en een hoop delen waren verroest. Andere delen waren weg. Bij Lynx besloot men om eerst het rollende chassis weer op te bouwen met de bijgeleverde onderdelen. Dan kon men inventariseren wat er miste of kapot was. Daarna werd er begonnen met de daadwerkelijke restauratie. De buitenkant leek een recht toe recht aan job. Tachtig procent van de klinknagels werd vervangen en de carrosserie kreeg een nieuwe laklaag bij een vrachtwagenspuiterij. Meer aandacht was er nodig voor de unieke hefinstallatie waar de auto’s op worden vervoerd. Oorspronkelijk werd het bovenste dek naar boven en beneden bewogen met behulp van een elektrische pomp. Maar als het dek in de bovenste stand stond was er geen enkele veiligheidsvoorziening die ervoor zorgde dat het dek bleef hangen wanneer de hydrauliek het zou begeven. Natuurlijk werd dat aangepast. De Jaguar C type en D type zijn nu heel veel geld waard en in werkplaatsen zijn ook alle hefbruggen met een beveiliging uitgerust. In totaal zijn er 3000 manuren in de restauratie gegaan en heeft de restauratie destijds 100.000 Engelse pond gekost. De truck is in 1961 door Corgi Toys op de markt gebracht in de schaal 1 op 48. Het model was vroeger zeer zeldzaam en duur. Al jaren was ik op zoek naar zo’n model toen ik er eentje in het echt tegen kwam. Er was een doos bij die onbeschadigd was en ook het model was in nieuwstaat. Er was slechts één hindernis. Dat was de prijs. Er werd een bedrag voor gevraagd van 600 gulden. Ik liet het model staan om er een paar dagen later achter te komen dat het de prijs waard was omdat het zo zeldzaam was. Daarop belde ik met de verkoper maar geloof het of niet: hij had het net verkocht aan een goede kennis van mij. Stomtoevallig kon hij een paar weken later weer een model kopen. Minder mooi en met een andere doos, maar ook goedkoper. Inclusief verzenden vanuit Engeland voor de prijs van 425 gulden. Natuurlijk werd dit model gekocht. Toen kwam ik er achter dat er twee uitvoeringen van de truck waren en drie verpakkingen. Het ene model had goudkleurige letters Ecurie Ecosse en het andere model had blauwe letters. Er was een doorzichtige doos, er was een kartonnen doos met een afbeelding van de truck en er was een giftset met drie autootjes. Toen mijn vrouw en ik ooit een bezoek brachten aan de Donington collectie hebben we ze allemaal gezien. In 2010 kon ik op een beurs in Antwerpen de andere truck kopen. Zonder doos voor slechts 85 euro. Even verder stond een man die alle varianten van de truck had staan. Ik heb ook een leuke video voor je gemaakt. Klik op deze link om mijn video te bekijken: https://youtu.be/JmqY96ZIyJU
de racers. Er was ook ruimte om de monteurs te vervoeren en er was een ruimte in de truck waar een werkplaats in was gemonteerd. Er waren geen plaatsen om te slapen aanwezig omdat teambaas David Murray van mening was dat het team beter uit kon rusten in een hotel. Jarenlang was de truck één van onze favoriete auto’s. Samen met de Ferrari 250 GTO van Nick Mason en de
Jaguar D type. Na een aantal jaren werd de truck verkocht. Jaren later werd hij eigendom van de sympathieke Engelsman Richard Skipworth. In 2001 hebben mijn vrouw en ik hem voor de eerste keer ontmoet. We logeerden in hetzelfde hotel en herkenden hem toen hij de truck in stapte. Natuurlijk kregen we toen van hem het hele verhaal te horen over de unieke vrachtwagen. Hij verzamelde
in eerste instantie Jaguars die ooit van het Ecurie Ecosse team waren geweest. Om de verzameling compleet te maken en om zijn auto’s op passende wijze te vervoeren zocht hij ook een klassieke transporter. De Jaguars waren allemaal gerestaureerd door het bedrijf Lynx Engineering. Dat is een bedrijf dat ook de
nodige “recreations”van de C en de D type gebouwd heeft. In 1992 was Dick op jacht naar de C type met kenteken KSF 182. Lynx wist waar ze de auto konden vinden en wist ook waar de truck stond. Er werd een deal gesloten. Dick kocht de truck en zou een vast bedrag betalen voor de restauratie. De overige kosten zouden door Lynx worden betaald omdat het een perfecte manier was om reclame voor hun bedrijf te maken. De truck is in basis een Commer, voorzien van een unieke motor. Het is een drie cilinder tweetakt diesel met dubbele zuigers die tegenover elkaar liggen en een compressor. Gelukkig was er bij de truck een reservemotor aanwezig. Maar de originele motor had weinig nodig. Er werd een nieuwe drukgroep gemonteerd en een nieuw druklager en een nieuwe koppelingsplaat, dat was alles. Voordat de koets klaar was was er meer werk nodig. De auto was reeds in 1978 volledig gedemonteerd. Alle onderdelen waren in emmers gegooid en een hoop delen waren verroest. Andere delen waren weg. Bij Lynx besloot men om eerst het rollende chassis weer op te bouwen met de bijgeleverde onderdelen. Dan kon men inventariseren wat er miste of kapot was. Daarna werd er begonnen met de daadwerkelijke restauratie. De buitenkant leek een recht toe recht aan job. Tachtig procent van de klinknagels werd vervangen en de carrosserie kreeg een nieuwe laklaag bij een vrachtwagenspuiterij. Meer aandacht was er nodig voor de unieke hefinstallatie waar de auto’s op worden vervoerd. Oorspronkelijk werd het bovenste dek naar boven en beneden bewogen met behulp van een elektrische pomp. Maar als het dek in de bovenste stand stond was er geen enkele veiligheidsvoorziening die ervoor zorgde dat het dek bleef hangen wanneer de hydrauliek het zou begeven. Natuurlijk werd dat aangepast. De Jaguar C type en D type zijn nu heel veel geld waard en in werkplaatsen zijn ook alle hefbruggen met een beveiliging uitgerust. In totaal zijn er 3000 manuren in de restauratie gegaan en heeft de restauratie destijds 100.000 Engelse pond gekost. De truck is in 1961 door Corgi Toys op de markt gebracht in de schaal 1 op 48. Het model was vroeger zeer zeldzaam en duur. Al jaren was ik op zoek naar zo’n model toen ik er eentje in het echt tegen kwam. Er was een doos bij die onbeschadigd was en ook het model was in nieuwstaat. Er was slechts één hindernis. Dat was de prijs. Er werd een bedrag voor gevraagd van 600 gulden. Ik liet het model staan om er een paar dagen later achter te komen dat het de prijs waard was omdat het zo zeldzaam was. Daarop belde ik met de verkoper maar geloof het of niet: hij had het net verkocht aan een goede kennis van mij. Stomtoevallig kon hij een paar weken later weer een model kopen. Minder mooi en met een andere doos, maar ook goedkoper. Inclusief verzenden vanuit Engeland voor de prijs van 425 gulden. Natuurlijk werd dit model gekocht. Toen kwam ik er achter dat er twee uitvoeringen van de truck waren en drie verpakkingen. Het ene model had goudkleurige letters Ecurie Ecosse en het andere model had blauwe letters. Er was een doorzichtige doos, er was een kartonnen doos met een afbeelding van de truck en er was een giftset met drie autootjes. Toen mijn vrouw en ik ooit een bezoek brachten aan de Donington collectie hebben we ze allemaal gezien. In 2010 kon ik op een beurs in Antwerpen de andere truck kopen. Zonder doos voor slechts 85 euro. Even verder stond een man die alle varianten van de truck had staan. Ik heb ook een leuke video voor je gemaakt. Klik op deze link om mijn video te bekijken: https://youtu.be/JmqY96ZIyJU
Op mijn
Facebookpagina staat een leuk fotoalbum met een aantal leuke foto’s:
https://www.facebook.com/pg/classiccarsandlifestyle/photos/?tab=album&album_id=2747048862087346
https://www.facebook.com/pg/classiccarsandlifestyle/photos/?tab=album&album_id=2747048862087346