De defecte trein
Sinds
november 2017 heb ik een kortingskaart om regelmatig met de trein te reizen. Als
fervent automobilist was dat een enorme stap om te nemen. Maar toch was het
voor mij een logische actie. Sinds het beter gaat met de economie zijn er ook
weer veel meer auto’s op de weg. Met als consequenties files op de meest
onverwachte momenten. En probeer wanneer je eindelijk op je plek van bestemming
bent aangekomen je auto maar eens te parkeren.
Dat is vaak zo goed als kansloos. Ondanks parkeertarieven van 4 euro en meer per uur. De keren dat ik onverrichterzake terug naar huis kon omdat ik mijn auto niet kwijt kon werden steeds talrijker. Zodoende bood de trein uitkomst. De stations zijn bijna altijd in het midden van een stad gelegen en dat is ideaal als je een museum wil gaan bezoeken of wil gaan winkelen. Zaterdag 9 juni gingen we daarom met de trein naar Utrecht.
Ons doel was het spoorwegmuseum. Het is daar lastig parkeren en met de trein ben je er zo vanuit Den Haag. In de trein was volop ruimte en ik kon op het gemak naar buiten kijken terwijl we met een gangetje van 140 kilometer door het landschap schoten. Op de kaart op mijn telefoon kon ik zien dat we lekker opschoten. We waren ruim voorbij Gouda in de buurt van Woerden. Plotseling minderde onze trein vaart. Iets later stonden we helemaal stil. Het duurde even voor er een uitleg kwam. Voor ons stond een defecte trein. Zie daar maar eens omheen te komen. Het wachten op nader nieuws begon. Er kwam een sprinter voorbij, op het andere spoor en die ging richting Utrecht. Even later nog eentje. Wellicht konden wij een stukje terug en dan ook door naar Utrecht. Ik kon op het gemak de koeien in de wei bekijken. Het was niet al te warm in onze trein en de sfeer was zeer relaxt. Toen kwam er weer een mededeling: we zouden terug rijden naar Gouda en daarna zou de trein weer naar Den Haag gaan. We zagen de machinist buiten langs de trein lopen. Er kwam weer beweging in de treinwagons. We reden nu aan de linkerkant, alsof we in Engeland waren.
Na een aantal kilometer kon onze trein naar het rechterspoor uitwijken en niet snel daarna waren we weer in Gouda. Dat werd geen bezoek meer aan het spoorwegmuseum en we keerden terug naar Den Haag. Jammer en het kan gebeuren. Toch is er is één ding dat ik niet begrijp. Op de plek waar wij stil stonden waren er slechts twee sporen. Eén naar Utrecht en één van Utrecht. We geven in Nederland vermogens uit aan het steeds breder maken van de dichtslibbende autowegen. Is het dan te veel moeite om op ieder spoortraject minimaal drie sporen aan te leggen zodat op dat derde spoor kan worden gereden wanneer een ander spoor versperd is of dat dat spoor door onderhoudslocomotieven en rijtuigen gebruikt kan worden? Daar zou dan ook de “bergingstrein” over kunnen rijden om een defect treinstel weg te trekken.
Dat is vaak zo goed als kansloos. Ondanks parkeertarieven van 4 euro en meer per uur. De keren dat ik onverrichterzake terug naar huis kon omdat ik mijn auto niet kwijt kon werden steeds talrijker. Zodoende bood de trein uitkomst. De stations zijn bijna altijd in het midden van een stad gelegen en dat is ideaal als je een museum wil gaan bezoeken of wil gaan winkelen. Zaterdag 9 juni gingen we daarom met de trein naar Utrecht.
Ons doel was het spoorwegmuseum. Het is daar lastig parkeren en met de trein ben je er zo vanuit Den Haag. In de trein was volop ruimte en ik kon op het gemak naar buiten kijken terwijl we met een gangetje van 140 kilometer door het landschap schoten. Op de kaart op mijn telefoon kon ik zien dat we lekker opschoten. We waren ruim voorbij Gouda in de buurt van Woerden. Plotseling minderde onze trein vaart. Iets later stonden we helemaal stil. Het duurde even voor er een uitleg kwam. Voor ons stond een defecte trein. Zie daar maar eens omheen te komen. Het wachten op nader nieuws begon. Er kwam een sprinter voorbij, op het andere spoor en die ging richting Utrecht. Even later nog eentje. Wellicht konden wij een stukje terug en dan ook door naar Utrecht. Ik kon op het gemak de koeien in de wei bekijken. Het was niet al te warm in onze trein en de sfeer was zeer relaxt. Toen kwam er weer een mededeling: we zouden terug rijden naar Gouda en daarna zou de trein weer naar Den Haag gaan. We zagen de machinist buiten langs de trein lopen. Er kwam weer beweging in de treinwagons. We reden nu aan de linkerkant, alsof we in Engeland waren.
Na een aantal kilometer kon onze trein naar het rechterspoor uitwijken en niet snel daarna waren we weer in Gouda. Dat werd geen bezoek meer aan het spoorwegmuseum en we keerden terug naar Den Haag. Jammer en het kan gebeuren. Toch is er is één ding dat ik niet begrijp. Op de plek waar wij stil stonden waren er slechts twee sporen. Eén naar Utrecht en één van Utrecht. We geven in Nederland vermogens uit aan het steeds breder maken van de dichtslibbende autowegen. Is het dan te veel moeite om op ieder spoortraject minimaal drie sporen aan te leggen zodat op dat derde spoor kan worden gereden wanneer een ander spoor versperd is of dat dat spoor door onderhoudslocomotieven en rijtuigen gebruikt kan worden? Daar zou dan ook de “bergingstrein” over kunnen rijden om een defect treinstel weg te trekken.